Kerken
Kerken
Marktkerk St. Cosmas en Damiaan
Met de niet meer bestaande dom als voorbeeld stichtte men de op 1511 voor het eerst vermelde Goslarse Marktkirche, die oorspronkelijk een drieschepige, kruisvormige pijlerbasiliek met twee westelijke torens was. In de 14e en 15e eeuw werd het koor vergroot en werd aan beide zijden een nieuw schip toegevoegd. Vandaag valt de Marktkirche niet alleen op vanwege haar centrale plek op de Marktplatz, maar ook door haar hoge en zeer van elkaar verschillende torens, waardoor ze niet alleen een herkenningspunt, maar ook een bekoorlijke aanblik biedt vanuit vele hoeken van de stad.
St. Jakobskerk
Met haar kloeke torenspitsen rijst de Jacobikirche op naast het nabijgelegen klooster Neuwerk. De voormalige basiliek uit het jaar 1073 onderging niet alleen ingrijpende verbouwingen maar omstreeks 1500 ook de religieuze onlusten van de reformatie. Luther overhandigde in 1529 een afvaardiging uit Goslar een brief gericht aan de Jacobikirche, die een jaar daarvoor in het Articuli Jacobitarum van de raad de invoering van de reformatie had geëist. In zijn brief geeft Luther zijn steun aan de burgers in hun reformatorische strijd, maar distantieert zich bij voorbaat van geweld om het doel te bereiken. Het stadsarchief bezit het Articuli Jacobifarum, de brief van Luther bevindt zich in de Marktkirche.
St. Stephanuskerk
De St. Stephanuskerk is een drieschepige hallenkerk uit 1734 met een westtoren. Voor die tijd stond hier een kruisvormige basiliek uit de 12e eeuw, die door brand werd verwoest. Bijzonder bezienswaardig zijn de gekerfde gedraaide zuilen, die het orgelhuis dragen en de kansel met versierde baldakijn
Neuwerk Kerk
De voormalige kloosterkerk van het in de 12e eeuw gestichte cisterciënzer vrouwenklooster is naar voorbeeld van de dom ontworpen en is, zoals oorspronkelijk alle kerken van Goslar, een drieschepige, kruisvormige basiliek. De Neuwerk kerk is bijzonder in Noord-Duitsland vanwege het feit dat haar oorspronkelijke architectuur zo duidelijk herkenbaar is.
Frankenberger Kerk
De St. Peter en Paulus kerk op de Frankenberg werd in de 12e eeuw gebouwd als drieschepige, kruisvormige, pijlerbasiliek met een plat dak. Ze staat op het hoogste punt van de stad. Haar torens maakten deel uit van de stadsvesting. In 1104 wordt voor het eerst melding gemaakt van een kerk op deze plek, vanaf 1234 wordt de kerk door de zusters van het nabijgelegen klooster van de Heilige Maria Magdalena gebruikt.
St. Annenhuis
Het ligt ca. 5 minuten van de Marktplatz verwijderd in de Glockengießerstraße aan het riviertje de Abzucht. Het is gebouwd in 1488 en is het oudste nog in originele staat verkerende vakwerkhuis van Goslar. Naast resten van een romaanse “kemenate” herbergt het gesticht ook een middeleeuwse keuken in de hal, alsook een kapel. Vermeldenswaard is vooral het barokaltaar van de Goslarse meester Jobst Heinrich Lessen en het Margareten wandtapijt, met 32 voorstellingen uit het leven van heiligen.
Kloosterkerk St. Georg bij het landgoed Grauhof
Barokkerk, ontstaan tussen 1701-1711. Het Treutmann-orgel stamt uit 1737. Meer informatie vindt u onder www.stbenno.de (externe link). De kloosterkerk is op grond van haar bouwkundige toestand helaas tijdelijk gesloten. De kerkdiensten vinden in de Krypta plaats.
St. Lucaskerk in Jerstedt
De kleine dorpskerk St. Lucas kan terugblikken op een meer dan duizendjarige geschiedenis. In de Xantener oorkonde uit 1047 wordt de kerk voor het eerst vermeld. Het koor werd in 1506 gebouwd, de toren na de Dertigjarige oorlog. Het altaar werd gemaakt door de Osteroder H. A. Gröber in 1664. Vermeldenswaard zijn de glasschilderingen, die dateren uit 1704.
Joodse begraafplaats
Aan het lage eind van de Glockengießerstraße ligt achter een onopvallende poort in de stadsmuur de joodse begraafplaats. Met zijn graven die teruggaan tot begin van de 17e eeuw, documenteert zij de continuïteit van het joodse leven in onze stad, waaraan door de verdrijving en vernietiging onder de nazi’s een einde kwam. De nu nog 145 overgebleven grafstenen getuigen van de joodse begrafenisrituelen, de begraafplaats zelf vormt een belangrijk monument voor een vergaand vergeten en verdrongen geschiedenis.
Crypte Riechenberg
In 1117 werd het Benedictijnenklooster gesticht, in 1128 werd het een seminarie voor Augustijner kanunniken, onder proost Gerhard, die in 1150 in de crypte werd bijgezet. De romaanse, drieschepige, kruisvormige basiliek met de Saksische ordening van kolommen en pilaren, is nu een ruïne. De kerkelijke inventaris werd na de secularisatie in 1803 weggegeven en het gebouw werd vanaf 1818 gebruikt als bouwmateriaal.